VISIONS D'UN JARDIN ORDINAIRE 5/19

La brouette du maçon devenue brouette du jardinier. Le béton ne clapote plus dedans, contre les parois rouillées et cabossées. La roue de caoutchouc plein ne grince plus dans la mignonnette, le gravier gris des chantiers. Maintenant, elle chuinte, glisse, s’enfonce dans la boue des allées. Parfois, un mélange de liserons, de longues herbes, de pailles, s’enroule autour du moyeu, décorations végétales mêlées à la graisse épaisse des roulements à billes. La brouette a appris les saisons du jardin, périodes régulières entre repos, station debout, en appui contre un tronçon, et service actif du transport potager. En automne, la récolte des carottes de Colmar, des betteraves rouges d’Égypte, et l’hiver, les racines des chicons Witloof ou le fumier à disposer en petits monts, sur la terre nue et collante. Au printemps, les longs poireaux bleus extirpés des trous noirs, et l'été, l'herbe mauvaise. 

Photo Josiane Suel, texte Lucien Suel 

Traduction en néerlandais par Johan Everaers

De kruiwagen van de metselaar werd de kruiwagen van de tuinman. Er klotst geen cement meer tegen de roestige, gebutste wanden. Het massieve rubber wiel knarst niet meer in het fijne grint, de grijze kiezels op de bouw. Nu suist het, glijdt en zakt weg in de modder van de paden. Soms slingert een mengelmoes van winde, slierten gras en stro zich rond de as, een plantenversiering vermengd met het dikke vet van de kogellager. De kruiwagen is bekend met de jaargetijden van de tuin, regelmatige perioden  tussen rust, overeind staand tegen een boomstronk leunend, en actieve vervoerdienst in de moestuin. In de herfst, de geoogste Colmarpeen en Egyptische bietjes, en ‘s winters de witlofwortels of de mest die in hoopjes op de kale plakkerige aarde verdeeld moet worden. In de lente, de lange blauwe prei die met moeite uit de zwarte klei wordt getrokken en ‘s zomers, het onkruid.