VISIONS D'UN JARDIN ORDINAIRE 15/19

Graines de poireaux, graviers noirs et brillants, minuscules dans la paume de la main. Ils ont allongé leurs cheveux verts à travers la ligne noire, petite maternité du poireau. Crayons verts et blancs, transplantés aujourd’hui, noués, groupés en poignées de cinquante, dans la main du jardinier coiffeur, la main gauche. La droite tient le couteau. Les racines blanches, touffues, des cheveux ébouriffés. On coupe en brosse stricte. Les feuilles vertes, uniformes taillés pour un alignement disciplinaire. Page nouvelle de leur histoire qui s’écrit dans le sol du jardin. Une autre ligne est tracée. Le plantoir d’acier avance, aiguille de machine à coudre, comme un rayon laser qui inscrit dans la terre, les perforations. Tête en avant, chaque plant de poireau glisse dans son trou personnel et l’arrosoir déclenche des éboulements boueux. Ça la fera pousser, la chevelure du poireau, punk rustique.

Photo Josiane Suel, texte Lucien Suel 

Traduction en néerlandais par Johan Everaers

Preizaad, zwart en glimmend gruis, minuscuul in je handpalm. Hun groene haar hangt over de zwarte lijn, het  vroege moederschap van de prei. Groen met witte potloden worden vandaag verplant. Ze zijn bij elkaar  geknoopt, samengebracht tot bosjes van vijftig. In de hand  van de links knippende tuinkapper. In z’n rechter het mes. De witte onoverzichtelijke kluwen wortels, het verwarde haar. Zorgvuldig wordt er op lengte geknipt. De groene bladeren, gelijkgeknipt om netjes in de rij te staan. Een nieuwe bladzijde van hun geschiedenis wordt in de grond van de tuin geschreven. Er wordt nog een lijn getrokken. Het pootijzer vordert, de naald van een naaimachine, als een laserstraal die de perforaties in de aarde schrijft. Vol vertouwen glijdt elk preiplantje in z’n eigen plantgat en de gieter zorgt voor een complete modderverschuiving. Daar groeit het van, het preikapsel, boerenpunk.